Jaren geleden was er de nodige commotie over de grote hoeveelheid reclame langs de openbare weg. Soms maakten creatieve ondernemers gebruik van een vermeende lacune in de regelgeving door hun reclame te plaatsen op aanhangwagentjes.
Hotel DUX slaat echter een andere weg in. Hier werd niet gekozen voor een aanhangwagentje maar voor een heuse oplegger met een lengte van ca. 15m. Als klap op de vuurpijl werd deze niet gestald in het buitengebied maar midden in het centrum, tegen de rand van de beschermde stadsgezichten van binnenstad en Voorstad Sint-Jacob. Een nieuwe dimensie in het kennelijke doel van het maken van (illegale) handelsreclame.
Wij begrijpen dat een ondernemer zich wil laten zien, maar hiermee wordt meer dan één grens overschreden.
Uit overleg met de jurist van de gemeente is ons gebleken dat het college van burgemeester en wethouders geen mogelijkheden ziet om dergelijke reclame-uitingen te verbieden. Dit zou vooral veroorzaakt worden door het feit dat het mobiele objecten zijn.
Graag willen wij het college van dienst zijn bij het zoeken naar mogelijkheden om deze ongewenste ontwikkeling te stoppen. Darom zetten wij de (on-) mogelijkheden en onze argumenten onderstaand op een rij. Daarbij richten wij onze aandacht vooral op de oplegger op Loesbleik.
Nota Reclamebeleid
Het reclamebeleid van de gemeente Roermond is vastgelegd in de Nota Reclamebeleid. Deze kunt u >>>>hier<<<< inzien. In deze nota zijn een aantal algemene criteria en objectgerichte criteria vastgesteld. Ook is er een excessenregeling opgenomen waaraan reclame-uitingen moeten voldoen. De eerste regel van de algemene criteria luidt: “Er bestaat een direct verband tussen de reclame-uiting en de activiteiten die ter plaatse worden ontplooid”. Dit is bij de reclame voor hotel DUX niet het geval. Dux ligt immers 300 m verderop en is met dit voorschrift dus in strijd.
De belangrijkste regel voor excessen luidt: Indien een reclame-uiting -of voorstel daarvoor- een ernstige ontsiering van het gevelbeeld op zich en/of in relatie tot zijn belendingen, c.q. omgeving vormt, dan is deze reclame-uiting niet mogelijk. In de nota is bovendien aangegeven dat binnen het Beschermd Stadsgezicht geen billboards zijn toegestaan, en ook niet aan de randen daarvan. (zie pag 7). We stellen vast dat de plaatsing van de oplegger in strijd is met de “Nota Reclamebeleid”.
Bestemmingsplan
Voor het gebied Loesbleik geldt op dit moment het bestemmingsplan Roerdelta Fase 1. Volgens de daarbij behorende regels zijn de gronden waarop de oplegger is gestald bestemd voor woondoeleinden. Ingevolge het overgangsrecht kan echter gebruik dat strijdig is met deze bestemming worden voortgezet voor zover dit al bestond voor de vaststelling van het plan.
Tot voor kort werd het betreffende perceel (afwijkend?) gebruikt als parkeerplaats voor personen-auto’s en was ook als zodanig ingericht. Voor vrachtwagens of opleggers was/is het fysiek niet mogelijk om de inrichting van het parkeerterrein als zodanig te gebruiken, of dit terrein zelfs ook maar te bereiken. Het parkeren van vrachtwagens en/of opleggers aan Loesbleik was en is in het verleden, nu en voor de toekomst niet voorzien. Bovendien wordt dit dan ook in strijd geacht met het geldende en toekomstige bestemmingsplan. Logisch ook, want welke gemeenteraad zou het stallen van vrachtwagens en/of opleggers in stedelijk gebied via een planologische regeling (lees: bestemmingsplan) hier toelaten.
Bouwverordening
In artikel 1.1 van de Roermondse Bouwverordening is onder begripsomschrijvingen aangegeven wat een bouwwerk is. De definitie luidt: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
De Raad van State oordeelde al jaren geleden dat een aanhanger met reclame wel degelijk beschouwd moet worden als een bouwwerk en dus vergunningsplichtig is, tenzij van meet af aan duidelijk is dat dit bouwwerk daar slechts voor een beperkte periode blijft staan. Daarbij wordt meestal het criterium gehanteerd dat een periode van minder dan 30 dagen als een beperkte periode geïnterpreteerd kan worden. Op de aanhanger voor hotel DUX wordt reclame gemaakt voor kerstactiviteiten. Er kan dus aangenomen mag worden dat dit ‘bouwwerk” kort voor of na de kerst verwijderd zal worden. Wij werden op 26 november geattendeerd op de aanwezigheid van deze oplegger en moeten dan ook concluderen dat voor dit bouwwerk wellicht geen omgevingsvergunning vereist is.
Anders ligt het echter bij de karretjes die her en der langs de invalswegen staan. Ook al zijn de reclames aangebracht op een mobiel onderstel: ze staan er soms al jaren, en het is duidelijk niet te bedoeling om ze te verplaatsen. Die mogen dus zeker worden beschouwd als ‘bouwwerken’ en zijn dus vergunningplichtig.
In het geval van hotel DUX moet de strijdigheid met het bestemmingsplan worden aangenomen. Op grond daarvan ontstaat een aanschrijvingsgrondslag die ondersteund kan worden door 1. de kennelijke bedoeling van het maken van handelsreclame, 2. het conflict met het beschermde stads- en dorpsgezicht, en 3. de precedentwerking die hiervan uitgaat voor overige braakliggende terreinen in de binnenstad en directe omgeving.
Algemene Plaatselijke verordening, APV.
In de APV is niets te vinden over mobiele reclame-uitingen. In artikel 4.15 van de APV is alleen sprake van een verbod om zonder vergunning van het bevoegd gezag reclame te maken op of aan onroerende goederen. En een aanhangertje, zelfs een oplegger heeft wielen en is dus een roerend goed. Een aantal van de omliggende gemeenten (o.a. Echt en Venlo) heeft haar reclamebeleid onlangs aangepast teneinde op een eenvoudige manier een einde te kunnen maken aan deze praktijken en tevens een rommelig straatbeeld tegen te gaan. Hoewel het beleid zoals vastgelegd in het beleidsplan strenge regels kent is de APV nog steeds niet aangepast. Het is dan ook zeer wenselijk dat de goede voornemens uit het beleidsplan vertaald worden in een aanpassing van de APV.
Waar het om gaat, is dat het er niet uitziet en de openbare ruimte is van ons allemaal en niet alleen van de ondernemers. Dat geldt niet alleen voor de aanprijzingen op onderstellen met wielen, maar voor alle reclame-uitingen die inmiddels langs alle invalswegen van Roermond staan. Overal dringt de reclame zich op met de nadrukkelijke bedoeling de weggebruiker af te leiden, en draagt ze stevig bij aan de verdere verrommeling van de openbare ruimte. Een opvallend voorbeeld daarvan is de Roerkade en de Maastrichterweg. Langs de Roerkade staat bijvoorbeeld geen enkele lantaarnpaal meer die niet voorzien is van reclame.
Met de oplegger op de Loesbleik speelt ook nog een ander aspect een rol. Hier worden de grenzen opgezocht van hetgeen gedoogd wordt. Met die oplegger trekt Hotel DUX een lange neus naar de inwoners van Roermond, naar het stadsbestuur én naar de andere ondernemers in de binnenstad, die zich (terecht) wél moeten voegen naar APV en de nota Reclamebeleid. Want die hebben geen plaats voor een oplegger.
Maar er is hoop: een oplegger heeft een aankoppelvoorziening en kan dus worden weggesleept.