Op 30 juli 2019 heeft de Stichting Ruimte een handhavingsverzoek ingediend bij de Gemeente Roermond m.b.t. het pand Hendriklaan 38. Dat is alweer zo’n 8 maanden geleden en zover we kunnen nagaan zijn er slechts enkele gesprekken geweest met de eigenaar van het pand.
De
gemeente heeft onlangs bij monde van wethouder Pleyte tijdens het
Monumentenoverleg medegedeeld dat er nu een onderzoek wordt opgestart naar
de kosten van een mogelijk handhaving.
De stichting Ruimte heeft met verbazing kennis genomen van dit initiatief tot
onderzoek. De gemeente schuift hiermee dringend noodzakelijke
beschermingsmaatregelen voor het monumentale pand aan de Hendriklaan 38 voor
zich uit en overschrijdt daarmee de wettelijke termijn met meer dan 16 weken.
En dat is in strijd met de Erfgoedverordening 2018 van de gemeente zelf.
Deze schrijft namelijk voor dat eigenaren hun monument goed moeten onderhouden om instandhouding van het monument te garanderen. Door het nu opstarten van een onderzoek wordt een noodzakelijke aanpak van het monumentale pand weer uitgesteld. Dakgoten lekken, kozijnen zijn verrot en regen en wind lijken vrij spel te hebben op en in het pand. Het dak vertoont al enige tijd verzakkingen. Het proces van volledige afbraak lijkt nu in volle gang.
(Een dergelijk proces van afbraak heeft vorig jaar geleid tot in een instorting van een monumentale schuur aan de Straterhof. Deze schuur is daardoor onherstelbaar beschadigd. Ook hier werd door de gemeente niet handhavend opgetreden.)
Door het nalaten van handhaving is bovendien sprake is van het niet respecteren van een raadsbesluit. Want de Raad heeft als hoogste orgaan de geldende erfgoedverordening vastgesteld.
In september 2018 oordeelde de onafhankelijke klachtenadviseur n.a.v. een klacht van omwonenden van Ponyhof Femke in Asenray dat Roermond er een rommeltje van maakt als het om handhaving gaat. Omdat het beleid niet op orde was adviseerde hij toen de gemeente dat er een gespecialiseerd team aangesteld moest worden dat op alle afdelingen waar handhaving aan de orde is over de schouder meekijkt. Burgemeester Donders reageerde met: Dit zijn niet mis te verstane conclusies waaruit wij lessen moeten trekken. Ze liet toen weten dat de gemeente Hard werkt aan een handhavingsbeleid. Dat recht doet aan het beeld van een betrouwbare overheid waarbij het speelveld voor elke burger gelijk is. Het ziet er echter naar uit dat er sindsdien nog niet veel gewijzigd is.
Het Coöp-winkelpand is gebouwd in 1919
en is een karakteristiek voorbeeld van
een winkelpand met woning. Het pand kent en traditionalistisch bouwstijl en
heeft een schilddak. Bijzonder is het tegeltableau op de zijgevel met het logo
COOP.
De architect van het gebouwtje was ir. Th. J. Cuypers, zoon van de in Nederland
bekende Roermondse architect Pierre Cuypers.
Gezien de mate van overschrijding van de wettelijke termijnen heeft Ruimte op 3 maart het college in gebreke gesteld. Dit houdt in dat uiterlijk na 2 weken een beslissing bekend gemaakt. Ook hieraan ging het college voorbij. Dit impliceert dat vanaf de 15e dag na afloop van deze 2 weken een dwangsom verschuldigd is. De hoogte van deze dwangsom bedraagt € 23,– per dag voor de 1e 14 dagen, € 35,– voor de volgende 14 dagen en € 45 per dag voor de overige dagen. De dwangsom loopt uiterlijk 42 dagen en bedraagt maximaal € 1442.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Fons Zijlstra
Onderstaande brief is verstuurd is naar de Gemeente Roermond:
Gemeente Roermond
College van Burgemeester en wethouders
Postbus 900
6040 AX Roermond
Roermond, 3 maart 2020
Onderwerp: ingebrekestelling
Geachte college,
Met onze brief van 30 juli 2019 hebben wij u verzocht handhavend op te treden tegen het onthouden van noodzakelijk onderhoud aan het pand Hendriklaan 38 .
Op een handhavingsverzoek dient u, volgens de daarvoor geldende wettelijke regels, binnen 8 weken te reageren. Deze termijn kan in eenmalig verlengd worden met maximaal 6 weken.
De maximale beslistermijn is nu met meer dan 16 weken overschreden.
Wij stellen u derhalve met deze brief in gebreke.
Wanneer u niet binnen twee weken alsnog een besluit neemt, dan bent u een dwangsom verschuldigd.
In 2018 heeft uw college de nieuwe Erfgoedverordening vastgesteld. Daarin heeft u in artikel 8, lid 1 het navolgende bepaald: “Het is verboden aan een gemeentelijk monument onderhoud te onthouden dat voor instandhouding daarvan noodzakelijk is” en in artikel 9 is bepaald dat “Degene die handelt in strijd met artikel 8, eerste, tweede en derde lid of het bepaalde krachtens artikel 8, vierde lid van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden”.
Deze bepalingen zijn o.i. niet vrijblijvend. U heeft uw college daarmee dus verplicht hieraan uitvoering te geven.
Gelet op het bovenstaande is het ons volstrekt onduidelijk waarom een besluit uwerzijds zolang op zich laat wachten.
Namens het bestuur van de Stichting Ruimte,
Hoogachtend,
Ir. J.J. Grouls, (penningmeester) F. Zijlstra (voorzitter)