cillekens_dreessensHet pand Neerstraat 34 staat in Roermond bekend als het pand “Cillekens-Dreessens”, genoemd naar het de ijzerwarenhandel die hier gedurende bijna een eeuw was gehuisvest. Naamgevers waren de uit Heythuysen afkomstige Jacques Cillekens en zijn echtgenote Anne Marie Dreessens.

Het pand zoals wij dat kennen, dateert uit 1900. Uiteraard was er op deze plaats, in een van de oudst bewoonde gedeelten van Roermond, al oudere bebouwing.  Vóór 1700 stonden hier waarschijnlijk twee panden, waarvan de kelders nog bewaard zijn. In de 18de eeuw maakten de twee panden plaats voor één nieuw, met aan de achterzijde stallen en een koetshuis. Mogelijk had het huis in deze periode een hotelfunctie. Tussen 1898-1900 werd het gesloopt waarna het thans bestaande pand werd gerealiseerd.

Bouwheer was Jacques Cillekens. Hij werd in 1837 geboren in Heythuysen, en was waarschijnlijk van de familie Cillekens die daar in deze periode een fabriek had, waar vooral landbouwmachines werden gemaakt.

Op 20-1-1874 huwde Jacques met de Roermondse Anne Marie Hubertina Dreessens. Zij was de weduwe van de koopman Constantinus Campioni, die een jaar eerder op zijn 36ste was overleden. Met haar kinderen uit dit eerste huwelijk was Anne Marie woonachtig op een van de percelen op het gebied tussen Neerstraat en Roersingel, die later bij het bedrijventerrein van Cillekens-Dreessens werden getrokken. Hier begon Jacques Cillekens zijn bedrijf.

Toen Cillekens in 1900 een nieuwe ijzerwarenwinkel bouwde, was hij al een vermogende ondernemer. En dat liet hij ook goed zien met zijn rijk gedecoreerde pand met hypermoderne hoge etalageruiten, opvallende entree, gietijzeren zuilen en fraai gestucte plafonds. De architect van het nieuwe winkelpand is niet bekend, maar er wordt wel eens gedacht aan Jean Speetjens, die in dezelfde tijd ook het pand Meisters aan de Schuitenberg bouwde.

Het bedrijf strekte zich vanaf de Neerstraat in westelijke richting uit tot aan de Roersingel. Achter de winkel bevond zich een groot pakhuis annex overslagruimte, en nog verder richting de Roersingel (de uitvalsweg waar grondstoffen werden aangevoerd) lag de werkplaats: de koperslagerij. Detailhandel, groothandel en industrie waren daarmee in één bedrijf samengevoegd.

In het jaar dat het pand aan de Neerstraat werd gebouwd, was Cillekens de 60 al voorbij, maar hij had nog brandende ambities. Dat blijkt niet alleen uit latere uitbreidingen van de ijzerwarenzaak (bijvoorbeeld de aanleg van een smalspoortje, in 1907) maar ook uit de grondaankopen die hij tussen 1908-1910 deed nabij het Klein Hellegat in de Voorstad, waar hij vervolgens een stoomwasserij oprichtte.

Systeem van Hennebique
De entrepreneur Cillekens had echter ook oog voor nieuwe bouwkundige ontwikkelingen. Daarop wijst niet alleen de fraaie winkel aan de Neerstraat, ook het achterliggende complex was uitermate modern opgezet. De betonnen vloer/plafondconstructies in de verdiepingen van het pakhuis, waarbij het zogenaamde systeem van Hennebique werd toegepast, waren zelfs een absolute noviteit. Dankzij Cillekens is Roermond in het bezit van de oudst bekende betonconstructie in Limburg, die tevens een van de oudste in Nederland is.

Ook vooruitstrevend waren de  geavanceerde systemen voor het tonen en opslaan van de waar in datzelfde pakhuis én de functie ervan. De fraaie afwerking met onder andere terrazzovloeren en polychromie onderstreepten het “publieke” doel: hier werden detaillisten ontvangen. In de cultuurhistorische analyse die in 1998 van het bedrijvencomplex werd gemaakt wordt het vermoeden uitgesproken dat Cillekens-Dreessens een van de eerste moderne groothandels in Limburg was.

Een ander bijzonder onderdeel is de mooie glas-in-lood lichtkoepel in de grote hal,

Smalspoortje
Onder een van de deuren van het pand, piept nog net een gedeelte van een smalspoortje uit. Het spoortje werd, compleet met een remise, in 1906-1907 aangelegd en kan worden gezien als de logistieke vervolmaking van het complex.

Tot 1907 werd het transport van waren over het terrein verricht met handkarren, maar daar kwam nu een einde aan. De losplaats aan de Roersingel, de koperslagerij, het pakhuis en de winkel waren nu met elkaar verbonden door een soepel lopend railsysteem, met verschillende aftakkingen. Vanaf de werkplaats ging een deel van de eindproducten naar het pakhuis, vanwaar detaillisten werden voorzien. Een ander deel liep door tot de Neerstraat, om ook de eigen winkel te kunnen bevoorraden.

Het was een bijzondere innovatie. Smalspoortjes waren niet ongebruikelijk in grotere industriële complexen, maar toepassing in een relatief klein stedelijk complex als dat van Cillekens-Dreessens was wel zeldzaam.

Een remise voor de wagons bevond zich niet ver van de Roersingel en legde het loodje tijdens de aanleg van het Roercenter.

De aanleg van het spoortje en remise waren overigens een van de laatste grote projecten van Jacques Cillekens. Vier jaar later, in 1911, verkocht hij de zaak aan zijn oudste zoon Hendrik. Hij overleed op 27 juli 1925 op 88-jarige leeftijd.

Zijn nazaten bouwden het bedrijf met wisselend succes verder uit. In 1930 ging de zaak failliet, maar het bedrijf kon toch worden voortgezet. De oorlog was een mijlpaal. Na die tijd werd het terrein niet verder ontwikkeld, en daarna werden het handelsgedeelte en het productiedeel zelfs geleidelijk afgebouwd. Mogelijk werd toen ook het spoortje uit gebruik genomen. Ook de winkelpui kwam de oorlog niet zonder schade door. In 1948 moest die door architect Jan Bongaerts worden verbouwd.

Actie Stichting Ruimte
In 1998 beoogde het Plan Roersingel onder andere sloop van het industrieel-ambachtelijke complex achter de winkel. Ondanks bezwaren van Stichting Ruimte werd dat in de raadsvergadering van 29 januari geaccepteerd, waarna Ruimte middels een zogenoemde artikel-3 procedure het complex onmiddellijk voordroeg voor rijksbescherming. Daarnaast spande Ruimte een beroepsprocedure aan tegen het bestemmingsplan vanwege de aantasting van het Beschermd Stadsgezicht.

Een en ander leidde ertoe dat de Gemeente Roermond zijn plannen met het complex drastisch moest herzien. Mede hierdoor is het pakhuis in de huidige Roerpassage behouden gebleven, en zelfs een centraal referentiepunt voor de nieuwe bebouwing geworden.

Het winkelpand werd in 2010 fraai gerenoveerd door de huidige eigenaren, de heer en mevrouw Killaars.

Literatuur:
Wim Beelen, Coen Eggen en Bernadette van Hellenberg Hubar, Complex Cillekens-Dreessens te Roermond. Cultuurhistorische analyse met waardestelling (Monumentenhuis 1998)
Hellenberg Hubar, Bernadette van, Het complex Cillekens-Dreessens te Roermond, in: Cuypersbulletin 5 (1999) afl. 1, 21-25.
Cartigny, Willem, De Roersingelplannen in Roermond, in: Cuypersbulletin 5 (1999) afl. 1, 18-21.