Stichting Ruimte Roermond
Wijershoflaan 31
6042 NK Roermond
Tel.: 0475-350367
Rabobank Roermond reknr.: 142396680
e-mail: info@stichtingruimteroermond.nl
KvK nr. 41068537

Roermond, 14 augustus 2009

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roermond
Postbus 900
6040 AX Roermond

Onderwerp: Verlenen vrijstelling van bestemmingsplan voor een landmark in Merum.

Geacht College,

Met het oog op de bouw van een landmark c.q. reclamemast tussen de A73 en de Rijksweg N271 is uw College voornemens vrijstelling van het geldende bestemmingsplan te verlenen op grond van artikel 19 lid 2 van de wet RO. Met betrekking tot dat besluit willen wij u graag wijzen op de volgende overwegingen:

  1. Op 22 januari 2007 heeft uw college vrijstelling verleend van het geldende bestemmingsplan en een bouwvergunning afgegeven voor de bouw van een landmark ter hoogte van de verbindingsweg tussen de Rijksweg N271 en de A73. Omdat later is besloten om op die plaats een kantoorgebouw van de Rabobank Roermond-Echt U.A. te bouwen is besloten de landmark in zuidelijke richting te verplaatsen. Deze verplaatsing zal echter over een dermate grote afstand geschieden dat die verplaatsing niet kan vallen onder de op 22 januari 2007 afgegeven vrijstelling.
  2. Conform de beleidsnota “Landmarks gemeente Roermond”en de “Nota met het oog op reclame, masterplan voor reclamemasten langs de A73 Roermond” moet een landmark worden gezien als een visuele markering c.q. als een visueel herkenningspunt. Op de plaats waar aanvankelijk de landmark zou worden gebouwd zal nu het kantoorgebouw van de Rabobank Roermond-Echt U.A. verrijzen. Dat kantoorgebouw zal als visuele markering c.q. herkenningspunt gaan functioneren. Daarmee vervalt de functie die de oorspronkelijke landmark op deze plaats zou hebben gehad.
  3. Onlangs hebben de ministers Cramer en Van der Hoeven in een algemene maatregel van bestuur een aantal afspraken vastgelegd die verrommeling van het Nederlandse landschap tegen moeten gaan. In dat verband wijzen zij op de zg. SER-ladder die bij de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen in acht moet worden genomen. Wij zijn van mening dat in het onderhavige geval deze SER-ladder niet is toegepast, zodat een verdere verrommeling van het landschap het gevolg zal zijn. Als het de bedoeling is om in het landschap een markering voor de automobilist aan te brengen dan is dat doel al gerealiseerd door het kantoorgebouw en kan elke andere landmark achterwege blijven.
  4. De plaats waar men momenteel voornemens is de landmark te bouwen is gelegen op kortere afstand van de Ecologische verbindingszone dan waar de landmark aanvankelijk zou worden gebouwd. Daardoor zal de invloed van de landmark op die zone groter zijn. Het komt ons voor dat onvoldoende is onderzocht wat die invloed zal zijn en in welke mate die zal toenemen.
  5. Met betrekking tot de landmark zelf wijzen wij u er op dat in de beleidsnota “Landmarks gemeente Roermond” het volgende is vastgelegd: “De reclame-uiting op de reclamemast dient statisch te zijn. Wisselende of rollende reclame (lichtkrant) is niet toegestaan.” Op de bouwtekening bij de stukken die ter inzage lagen menen wij echter te kunnen zien dat een deel van de mast zal worden uitgevoerd als lichtkrant. Mocht dat inderdaad zo zijn dan is dat in strijd met de randvoorwaarden zoals in de genoemde beleidsnota zijn vastgelegd.
  6. De Commissie Beeldkwaliteit heeft de bouwtekening van de landmark niet goedgekeurd. Met instemming verwijzen wij u naar de schriftelijk onderbouwing van dat standpunt.

Zienswijze

De Stichting Ruimte verzoekt uw College met klem géén vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen op grond van artikel 19 lid 2 wet RO voor de bouw van deze landmark. Gegeven de bouw van het kantoor van de Rabobank Roermond-Echt U.A. is de bouw van een landmark in de directe omgeving daarvan volkomen overbodig en in strijd met het door de ministeries van Economische Zaken en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gevoerde beleid.

Met vriendelijke groet, namens het bestuur van de Stichting Ruimte,

 

Lucien Jansen
secretaris


NOTA KLEINE RECLAMEMASTEN

1. Inleiding en doel
In 2005 is de nota Landmarks door het college van Burgemeester en wethouders van Roermond vastgesteld. Aanleiding van deze nota was de volgende:

“Volgens de tussen Rijk, provincie Limburg en de gemeente Roermond gesloten bestuursovereenkomst dient uiterlijk 1 januari 2008 het MIT-pakket (Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport) Via Limburg te zijn gerealiseerd en dienen de betreffende wegen te zijn open gesteld voor het verkeer. Het betreft de aanleg van de Rijksweg 73-Zuid en de provinciale wegen N280-Oost en Oosttangent Roermond.

 Als gevolg van de aanleg van deze wegen ontstaat in Roermond een goed infrastructureel netwerk dat zal leiden tot een betere ontsluiting van de bestaande bedrijventerreinen en een versterking van de economische positie van Roermond. Ook nieuwe bedrijventerreinen, zoals de noordelijke en zuidelijke stadsrandzone, kunnen zowel voor wat betreft hun ontsluiting als ligging op een zichtlocatie optimaal profiteren van de aanleg van deze infrastructuur.

 Genoemde ontwikkelingen maken het voor bedrijven, bedrijventerreinen en ook voor de gemeente mogelijk aantrekkelijk zich middels reclame-uitingen gericht op deze wegen te profileren. Anticiperend op de ingebruikneming van deze wegen en bedrijfsterreinen hebben wij reeds verzoeken ontvangen voor het plaatsen van grote reclamemasten in de gemeente Roermond”.

 Op dit moment zijn voor 3 landmarks bouwvergunningen verleend. De betreffende reclamemasten zullen op korte termijn worden gerealiseerd. Als vervolg op deze landmarks is een tweetal nieuwe verzoeken ontvangen ten behoeve van het oprichten van kleinere reclamemasten tot een hoogte van 15 meter.

 Het verlenen van medewerking aan de plaatsing van dergelijke kleinere reclamemasten is het overwegen waard. Met aanvullende voorzieningen waarmee informatie door en over de gemeente Roermond kan worden verstrekt, kan ook de gemeente Roermond haar positie als economisch en toeristisch-recreatief hart in de regio uitdragen. Daarnaast kan plaatsing van dergelijke masten voor de gemeente eventueel inkomsten genereren.

Het plaatsen van deze kleinere reclamemasten kan echter ook negatieve effecten hebben. Zo kan verkeerde plaatsing leiden tot een aantasting van de verkeersveiligheid op de nabij gelegen wegen of tot aantasting van de landschappelijke waarden; een te groot aantal reclamemasten kan leiden tot een verrommeling van de omgeving, maar ook tot “leegstand” als gevolg van een overaanbod aan reclame want “reclame” streeft per definitie naar originaliteit. Al deze factoren maken het wenselijk om te bezien of, en zo ja, waar in de gemeente Roermond medewerking kan worden verleend aan het plaatsen van deze kleinere reclamemasten.

Het doel van deze notitie is uitgangspunten aan te geven waarbinnen de realisatie van reclamemasten met een hoogte van 1000 cm tot en met 1500 cm (mast + reclameplaat) mogelijk wordt zodat een wildgroei aan reclamemasten wordt voorkomen.

Deze richtlijnen richten zich primair op het maximale aantal en de globale situering van de kleinere reclamemasten in Roermond. De in deze notitie vervatte uitgangspunten en toetsingscriteria vormen het toetsingskader voor bouwinitiatieven tot deze kleinere  reclamemasten.

 

2. Kleinere reclamemasten


Wat wordt verstaan onder de kleinere reclamemasten.

Kleinere reclamemasten zijn:

  •   dragers met een hoogte van 1000 cm tot 1500 cm voor het plaatsen van reclame op bedrijventerreinen, stedelijke dienstenterreinen;
  •   masten die niet passen binnen de uitgangspunten van de Nota Landmarks vanwege de afmetingen;
  •   volgens de bouwregelgeving bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvoor -gezien de maatvoering- bij plaatsing een bouwvergunning benodigd is.

3. Uitgangspunten
3.1 Algemeen
De algemene uitgangspunten ten aanzien van de realiseringsmogelijkheden van de kleinere reclamemasten zijn dat:

  • er geen reclamemasten in het buitengebied komen;
  • er geen reclamemasten in (overwegend) woongebieden komen;
  • de herkenbaarheid van lokale bedrijven die gevestigd zijn op bedrijfsterreinen waarbij de reclamemast wordt geplaatst, wordt vergroot;
  • de situering en omvang van de masten zodanig zijn dat geen visuele overlast in aangrenzende woongebieden wordt ervaren;
  • de afstand tot enig (toekomstig bekend) woongebied tenminste 200 meter moet zijn;
  • de afstand tot andere, ook grotere, reclamemasten tenminste 500 meter moet zijn;
  • de verdichting van het aantal reclamemasten wordt voorkomen doordat hieraan beperkende eisen worden gesteld in de vorm van toetsing van initiatieven aan de deze nota, de voorschriften in bestemmingsplannen, de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de nota Beeldkwaliteit.

Aanvullend zijn eventueel maatregelen voor een goede landschappelijke inpassing gewenst, zoals het aanbrengen van afschermend groen voor de afscherming op grotere afstand en van een beperking van de lichtintensiteit.

3.1 Vormgeving
Per locatie dient gekeken te worden naar de dimensionering en de vormgeving van de reclamemast, afhankelijk van de specifieke ruimtelijke situatie. Dit betekent dat bij het ontwerp van de reclamemasten rekening dient te worden gehouden met de maat- en schaalverhouding in relatie tot de omgeving. Tevens dient de materialisering en kleurstelling van de reclamemasten en reclamepanelen terughoudend te zijn.
Afhankelijk van de locatie en de zichtbaarheid vanaf de omgeving kunnen per mast een, twee of drie reclamepanelen worden aangebracht, respectievelijk aan één zijde, twee zijden, of in een driehoeksvorm aan drie zijden. De reclame-uiting op de reclamemast dient statisch van aard te zijn.
Verlichting in de avond en nacht is toegestaan met uitzondering van de (achter)zijde die richting woonbebouwing is gericht. In het laatste geval dient bij de uitwerking nader aangetoond worden dat verlichting in de avond en nacht niet hinderlijk is op zich en in relatie tot zijn omgeving. Een lichtplan dient dit aan te tonen. Tevens dient ook de invloed op flora en fauna aandacht te krijgen.

Initiatieven worden getoetst aan deze algemene uitgangspunten. Toepassing van deze uitgangspunten dient te leiden tot een verantwoorde locatiekeuze en maximering van het aantal kleinere reclamemasten; het streven is om aldus aantasting van de omgevingskwaliteiten door en wildgroei van het aantal reclamemasten te voorkomen.

4. Verkenning plaatsingsmogelijkheden

Toepassing van de uitgangspunten ten aanzien van de plaatsing van de kleinere reclame-masten heeft tot gevolg dat deze uitsluitend kunnen worden geplaatst binnen de onderstaande gebieden:

  1. Bedrijventerrein Roerstreek Noord, aan de Delfstoffenweg;
  2. Huis- en Tuinboulevard;
  3. Industrieterrein Broekhin Noord, aan de Burghoffweg t.p.v. de hoek in de straat.

Daarnaast dient:

  •   een minimum afstand van 25 meter van de as van de weg in acht te worden genomen;
  •   een reclamemast in verband met de verkeersveiligheid niet afleidend en zichtbeperkend te staan opgesteld.

5. Juridisch en planologisch kader

Voor het oprichten van reclamemasten gelden diverse regelingen en verordeningen:

Woningwet

Gelet op de omvang, constructie en plaatsgebondenheid van de te plaatsen reclamemasten kunnen deze niet worden aangemerkt als een bouwvergunningvrij of licht-bouwvergunning-plichtig bouwwerk. Dit betekent dat een reclamemast bouwvergunningplichtig is en onder meer aan redelijke eisen van welstand moet voldoen. De criteria voor redelijke eisen van welstand zijn vastgelegd in de Nota Beeldkwaliteit / Reclamebeleid.

Bestemmingsplan

Het plaatsen van reclamemasten is -gezien de afmetingen- gebonden aan een bouwvergunning. Daarom moet een aanvraag ook worden getoetst aan het vigerende bestemmingsplan.
In de geldende bestemmingsplannen voor de Rijksweg 73-Zuid is het rooilijnenbeleid van Rijkswaterstaat opgenomen. Dit beleid komt er globaal op neer dat:

  • binnen een strook van 0 tot 50 meter vanaf de as van de dichtstbij gelegen rijbaan van de Rijksweg 73-Zuid en de bijbehorende toe- en afritten geen andere bouwwerken mogen opgericht dan die welke verband houden met de bestemming ‘verkeersdoeleinden 1 -V1-;
  • binnen een strook van 50 en 100 meter vanaf de as van de meest dichtbij gelegen rijbaan slechts met vrijstelling van het college van burgemeester en wethouders mogen worden opgericht bouwwerken die direct verband houden met de Rijksweg 73-Zuid en andere bouwwerken, die krachtens de aan de betreffende gronden gegeven bestemming zijn toegestaan, mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van het wegverkeer. Rijkswaterstaat dient als wegbeheerder terzake het voornemen tot het verlenen van vrijstelling te worden gehoord.
  • In de bestemmingsplannen voor de N280 respectievelijk de Oosttangent Roermond, noordelijk en zuidelijk deel is c.q. wordt het provinciaal rooilijnenbeleid opgenomen hetgeen betekent dat binnen een afstand van 25 meter van de op de plankaart aangegeven rooilijn geen andere bouwwerken dan die welke direct verband houden de weg alsmede bouwwerken die krachtens de aan de betreffende gronden gegeven bestemming zijn toegestaan, mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van het wegverkeer. De provincie Limburg dient als wegbeheerder terzake het voornemen tot het verlenen van vrijstelling te worden gehoord.

Indien een reclamemast niet past binnen het bestemmingsplan zal een wijziging van het bestemmingsplan c.q. ontheffing van het bestemmingsplan, danwel een projectbesluit nodig zijn.

APV

In de gemeentelijke Algemene plaatselijke verordening (APV) is het verbod opgenomen om zonder vergunning van het college op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is  (artikel 4.4.2. APV). Een vergunning als in het geval van deze nota  bedoeld kan worden geweigerd in verband met verkeersveiligheid of overlast voor gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken.

Landschapsverordening Limburg 1996

Deze verordening is op 1 januari 2005 ingetrokken waarbij er van de zijde van de provincie van uit werd gegaan dat gemeenten zelf beleid zouden ontwikkelen terzake het plaatsen van reclame-uitingen in het buitengebied. In Roermond zijn reclames in het buitengebied op basis van de Nota Beeldkwaliteit niet toegestaan (zie Nota Beeldkwaliteit / Reclamebeleid).

Wegenverordening provincie Limburg

Ingevolge artikel 11 van de Wegenverordening provincie Limburg is het verboden langs wegen buiten de bebouwde kom bouwwerken te maken, te plaatsen, aan te brengen, te hebben, te wijzigen dan wel geheel of gedeeltelijk te vernieuwen binnen een afstand van 50 meter uit de as van de dichtstbij gelegen rijbaan wat betreft autosnelwegen en binnen een afstand van 25 meter uit de as van de dichtstbij gelegen rijbaan wat betreft de overige wegen.

Archeologie en Flora- en Faunawet

De initiatiefnemer tot het oprichten van een reclamemast zal zelf onderzoek moeten verrichten op deze punten alvorens een concrete bouwaanvraag wordt ingediend.

6. Status van deze nota
Deze nota heeft de status van beleidsregels als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht: in dit geval een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan. Deze nota betreft een aanvulling op de nota Landmarks, juli 2005.

Voorts wordt opgemerkt dat, gelet op de Inspraakverordening, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht op desbetreffende aanvragen niet van toepassing is.

Bijlage: Tekening met overzicht van mogelijke locaties voor kleinere reclamemasten in Roermond.
Bijlage: Tekening met overzicht van locaties voor kleinere reclamemasten in Roermond.

elskamp/reclamemasten/reclamemasten1.jpg

Bedrijventerrein Roerstreek Noord

aan de Delfstoffenweg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

elskamp/reclamemasten/reclamemasten2.jpg

 

 

 

 

 

Huis- en Tuinboulevard

Elmpterweg / Aldi-locatie

 

 

 

 

 

elskamp/reclamemasten/reclamemasten3.jpg

Industrieterrein Broekhin Noord

aan de Burghoffweg,
ter plaatse van de hoek in de straat